Biotoop aquaria (voor leden)

Een Europees:

Dit is een aquariumtype voor het houden van inheemse zoetwatervissen: stekelbaarsjes, beekforellen, zeelt, karper, ruisvoorn, vetje en elrits (deze laatste is evenwel beschermd en mag niet verhandeld worden). Al deze vissen hebben veel zuurstof nodig. Grotere aquaria zijn hier dus aangewezen. De temperatuur moet laag zijn, de grootste moeilijkheid bij het houden van inheemse vissen. Behalve forellen (max. 15 ?C) kunnen de meeste vissen temperaturen verdragen tot 20 ?C.

Om de vissen in goede conditie te houden moet men de temperatuur in de wintermaanden verlagen. Hiertoe zijn koelaggregaten voor aquaristische doeleinden verkrijgbaar, maar deze zijn erg duur. De gemakkelijkste manier om zo’n aquarium in te richten is het imiteren van een rivierbedding met bv. rotspartijen, rietstengels, die wij niet in maar achter het aquarium groeperen. Tevens zorgen wij voor een goed functionerende filter zodanig dat er kristalhelder water bekomen wordt. Frequente waterverversing is dan ook een must. Wortelende planten verdienen de voorkeur: Ludwigia, Myriophyllum, Naaldgras. Hoornblad als drijfplant is eveneens aan te raden.

Een Zuid-Oost Aziatisch:

Hierbij moeten wij in het aquarium een tropisch onderwaterlandschap creëren. De temperaturen moeten, afhankelijk van de gehouden soorten, schommelen tussen de 22 en de 30 °C. ?s Nachts mag de temperatuur rustig 2 tot 3 °C dalen.

Barbelen, labyrinthvissen, modderkruipers, botia’s, tandkarpertjes komen uit dit gebied. Azië is de vindplaats van vele cryptocorynen, een geslacht met vele prachtige aquariumplanten. Sommige soorten zijn zeer gevoelig. Twee probleemloze soorten zijn C. affinis en C. wendtii. Ook Hygrophila, Aponogeton, Vallisneria, Microsorium, Nomaphila en Vesicularia behoren tot de aanplanting.

Voor een Zuid-Oost Azië aquarium kiezen we een zo lang mogelijke bak, die niet hoog hoeft te zijn, bv. 100x30x40, en die we als beekbedding inrichten. Stenen en kienhout doen dienst als schuilplaatsen. Drijfplantjes als mosselplant of watervorkje mogen ook niet ontbreken. Voor het labyrinthenaquarium is het gebruik van dekruiten uiterst belangrijk om temperatuurverschillen van de luchtlaag boven het wateroppervlak te beperken en het uitspringen van de vissen te voorkomen. Voor de modderkruipers is het oeveraquarium het beste type. De waterkwaliteit voor deze Aziatische vissen is eveneens van belang; liefst enigszins zuur met een niet te hoge hardheid, ook de crypto’s zullen u hiervoor dankbaar zijn.

Een Australisch:

Australië heeft het minste water. Vandaar dat uit dit continent weinig vissen worden aangeboden. Glasbaarzen en prachtige regenboogvissen vormen de uitzonderingen.

Watersamenstelling: Hard water( tot 20 °DH) met temperaturen tussen 23 en 26 °C.

Waterplanten: Aponogeton, Bacopa, Crassula, Limnophila, Vallisneria en Otellia zorgen voor een dichte randbeplanting. Regenboogvissen hebben behoefte aan een ruime zwemruimte.

Een Afrikaans:

Drie Afrikaanse biotopen zijn zeer interessant: de grote meren, de temporaire wateren(deze bevatten niet het ganse jaar water) en de beken en rivieren. Vooral de Grote meren zoals het Tanganyikameer en het Malawimeer zijn bekende biotopen. De waterkwaliteit is er hard, rijk aan mineralen en licht alkalisch(ongeveer pH 8).

Rotspartijen, waarvan de stenen met siliconen aaneen worden gelijmd, zodat de zaak niet kan instorten, zijn aangewezen. Er moeten meer grotten en holen zijn dan vissen. Zorg er wel voor dat ze zich niet kunnen klem zwemmen. Beplanting is niet nodig, maar Vallisneria, Anubias, Bolbitis, Ceratophyllum en fontinalis kunnen wel in aanmerking komen bij eventuele beplanting.

Een aquariuminrichting die is gebaseerd op een temporair water is niet zo moeilijk. In zo’n biotoop komen slechts in beperkte mate planten voor. Zo’n aquarium is bestemd voor de seizoenvissen onder de tandkarpers. Dat zijn kleine, zeer kleurrijke visjes (Killi’s) die op extreme wijze aan hun biotoop zijn aangepast.

De meeste Afrikaanse siervissen, met uitzondering van de Tanganyika- en Malawicichliden stellen zacht zuur water op prijs. Er zijn enkele uitzonderingen onder Tilapiasoorten en de tandkarpers. De optimale temperatuur ligt meestal tussen de 23 en 28 °C. Haplochromis, Hemichromis, Tilapia, Pelmatochomis, Lamprologus, Nannochromis, enz. zijn vissen die in het Afrika aquarium thuishoren. Evenals de meervallen, waaronder de rugzwemmer. Ook de prachtige karperzalmen ( Congozalm e.a.) mogen we niet vergeten.

Een Noord-Amerikaans :

Uit deze streken komen een paar interessante aquariumvissen die bijzonder geschikt zijn voor het onverwarmde aquarium, zo bv. de gewone zonnebaars. Uit de karperfamilie is slechts een Noord-Amerikaans geslacht de moeite van het vermelden waard: Notropis, een 6 tot 8 cm lange scholenvis. Eierleggende tandkarpers komen hier veel voor: Cyprinodon, Fundulus, en Jordanella bv. De inrichting stemt ongeveer overeen met het inheemse aquarium. Minimum afmetingen zijn dan ook: 100x40x50. Kienhout is voor deze soorten ideaal als decoratie te gebruiken. Veel Noord-Amerikaanse vissen zijn ook geschikt voor de tuinvijver. Geschikte waterplanten: Bacopa, Cabomba, Ceratophyllum, Echinodorus, Myriophyllum, Najas, Lobelia. De watersamenstelling mag middelhard zijn, neutraal tot zwak alkalisch en zeer zuurstofrijk.

Een Zuid Amerikaans

Hier bevindt zich het leger der karperzalmen, veel cichliden en meervallen. Dwergcichliden, maanvissen, discussen komen hier allen voor. In het gebied vindt men de zwart- en witwaterrivieren. Het zwarte water moeten wij wel enigermate nabootsen omdat anders bepaalde visssoorten zich niet lekker zullen voelen in het aquarium. We doen dit best door het filteren van zacht en mineraalarm water over turf.

Water met een hardheid van 5 °DH en een pH van 6-6.5 is aan te bevelen. Temperatuur variërend tussen 20 en 30 °C. De inrichting van dergelijk aquarium komt overeen met deze van het Aziëaquarium. Planten: Cabomba, Ceratophyllum, Echinodorus, Vallisneria, Elodea en Myriophyllum.

Aqua.doc